Infectiepreventie

Infectiepreventie (biologische agentia) 

Biologische agentia is een verzamelnaam voor micro-organismen, zoals schimmels, bacteriën, parasieten en virussen. Biologische agentia kunnen schadelijk zijn voor de mens. In de huisartsenzorg kunnen medewerkers in aanraking komen met deze bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. 

Arborisico's

Biologische agentia kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Medewerkers kunnen infecties oplopen en ernstig ziek worden. Daarbij is speciale aandacht nodig voor kwetsbare groepen: niet iedereen wordt even snel ziek bij blootstelling aan biologische agentia. Dit heeft een groot aantal oorzaken. Al deze variabelen maken dat voldoende specifiek naar de blootstellingsrisico’s gekeken moet worden. 

Bij de beoordeling van de belastbaarheid voor biologische agentia is het belangrijk om te weten welke groepen kwetsbaarder zijn. Dit zijn in algemene zin jongeren en zwangeren. Maar ook medewerkers met bepaalde ziekten (bronchitis, diabetes) of medicijngebruikers kunnen extra gevoelig zijn. 

Voorbeelden van infectieziekten in de huisartsenzorg zijn (niet uitputtend): :

  • Hepatitis A 

  • Hepatitis B

  • HIV-virus 

  • MRSA 

  • Norovirus 

  • COVID 19 virus 

  • Influenza (griepvirus)

 

Risicoklassen biologische agentia 

Op basis van gevaar worden biologische agentia in vier risico-categorieën ingedeeld: 

 

 Categorie 

 

Beschrijving 

Categorie 1: 

een agens waarvan het onwaarschijnlijk is dat het bij de mens ziekten kan veroorzaken. 

Categorie 2: 

een agens dat bij de mens een ziekte kan veroorzaken en een gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de medewerkers kan opleveren, maar waarvan het onwaarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt en waarvoor een effectieve profylaxe (preventie) of behandeling bestaat. 

Categorie 3: 

een agens dat bij de mens een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de medewerkers kan opleveren, waarvan het waarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt en waarvoor een effectieve profylaxe of behandeling bestaat. 

Categorie 4: 

een agens dat bij de mens een ernstige ziekte veroorzaakt en een groot gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de medewerkers oplevert, waarvan het zeer waarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt en waarvoor geen effectieve profylaxe of behandeling bestaat. 

 

In de huisartsenpraktijk is er risico op blootstelling aan biologische agentia die voldoen aan categorieën 1 t/m 3 in gebruikelijke omstandigheden. Incidenteel kan er ook risico zijn op blootstelling aan agentia die voldoen aan de categorie 4. Zodoende moeten de risico’s in het kader van de RI&E nader beoordeeld worden en op basis van die beoordeling moet bepaald worden welke maatregelen in verschillende situaties nodig zijn, om schade aan de gezondheid te voorkomen of te beperken (nadere invulling op grond van Arbobesluit art. 4.86 lid 2.) 

 

RIVM LCI en WIP 

Betrouwbare informatie over infectiepreventie is beschikbaar via het RIVM. Voorheen was de Stichting Werkgroep Infectie Preventie (WIP) actief in het opstellen en publiceren van richtlijnen. Dit wordt nu gecoördineerd bij het Landelijk Centrum voor Infectieziektebestrijding (LCI) van RIVM. Voor de huisartsenzorg zijn door NHG specifiek protocollen voor infectiepreventie in de huisartsenzorg opgesteld. De afspraken in deze Arbocatalogus zijn daarvan afgeleid. 

Wettelijk kader

In dit hoofdstuk is de Arbowetgeving opgenomen die relevant is voor infectiepreventie. De Arbowet is een kaderwet, nadere uitwerking van deze wetgeving staan in het Arbobesluit en de Arboregeling. De eisen uit het Arbobesluit en de Arboregeling zijn meestal specifiek geformuleerd. De naam en de titel van het betreffende artikel van het Arbobesluit en de Arboregeling wordt hier kort weergegeven. In enkele steekwoorden wordt vervolgens per artikel de inhoud van het Arbobesluit en de Arboregeling weergegeven. 

Op de website van de overheid zijn de volledige teksten van de arbowet [1], het arbobesluit [2] en de arboregeling [3] te vinden. 

Belangrijk is dat de Arbowetgeving bij biologische agentia onderscheid maakt (artikel 4.86 Arbobesluit) in ‘gericht werken’ en ‘werk waarin een gerede kans op blootstelling aanwezig is’. Gericht werken is bijvoorbeeld het doen van laboratoriumonderzoeken met micro-organismen. We beschouwen het werk in de huisartsenzorg niet als gericht werken en zodoende gaan we uit van de verplichtingen die voortvloeien uit lid 2 van artikel 4.86: 

Indien uit de resultaten van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 4.85, blijkt, dat werknemers bij het verrichten van andere arbeid dan die, bedoeld in het eerste lid, waaronder de in bijlage I bij de richtlijn genoemde werkzaamheden, een gerede kans lopen aan biologische agentia van categorie 2, 3 of 4 te worden blootgesteld, zijn de artikelen 4.87, 4.87a, 4.87b, 4.89, 4.91, 4.93, 4.95, 4.97, 4.98, 4.99, tweede lid, en 4.102 van toepassing. 

 

Arbowet 

Artikel 5: Risico-inventarisatie en -evaluatie 

De werkgever legt in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze risico-inventarisatie en -evaluatie bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico's voor bijzondere categorieën van werknemers. 

Artikel 8: Voorlichting en onderricht 

De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken. (artikel 4.102 Arbobesluit geeft hier nadere invulling aan wat betreft biologische agentia). 

Artikel 10: Gevaar voor derden      

Indien bij of in rechtstreeks verband met de arbeid die de werkgever door zijn werknemers doet verrichten in een bedrijf of een inrichting of in de onmiddellijke omgeving daarvan gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen dan die werknemers, neemt de werkgever doeltreffende maatregelen ter voorkoming van dat gevaar. 

Artikel 11: Verplichtingen voor werknemers     

De werknemer is verplicht om in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen. Arbeidsmiddelen, inclusief de beveiligingen, gebruikte stoffen en persoonlijke beschermingsmiddelen moeten op de juiste wijze (volgens de gegeven instructies) worden gebruikt. 

 

Arbobesluit 

  • Arbobesluit artikel 4.84 Biologische agentia, celculturen en micro-organismen 

Definities biologische agentia. 

  • Arbobesluit artikel 4.85 Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie 

Verplichting tot het maken van een risico-inventarisatie en evaluatie als er met biologische agentia wordt gewerkt. 

  • Arbobesluit artikel 4.87 Voorkomen van blootstelling; vervangen 

Plicht tot vervanging van biologische agentia- als dat mogelijk is- door minder schadelijke agentia. 

  • Arbobesluit artikel 4.87a Voorkomen of beperken van blootstelling 

Er moeten beschermende maatregelen genomen worden als er risico is op blootstelling aan schadelijke biologische agentia. 

  • Arbobesluit artikel 4.89 Hygiënische beschermingsmaatregelen 

In het bedrijf moeten hygiënische beschermingsmaatregelen genomen worden om te voorkomen dat er besmetting optreedt. 

  • Arbobesluit artikel 4.91 Onderzoek en vaccins 

Werknemers die werken met biologische agentia mogen in bepaalde gevallen een arbeidsgezondheidskundig onderzoek ondergaan. 

  • Arbobesluit artikel 4.93 Overige informatie 

Desgevraagd wordt de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de belanghebbende werknemers geïnformeerd over de RI&E, de werkzaamheden met blootstelling aan biologische agentia, de aantallen  blootgestelden en de verantwoordelijke voor veiligheid en gezondheid. 

  • Arbobesluit artikel 4.95 Ongevallen of incidenten 

De toezichthouder wordt op de hoogte gesteld van ongevallen en incidenten als zich die voordoen. 

  • Arbobesluit artikel 4.97 lid 2 c en d Veilige naaldsystemen 

Een medisch hulpmiddel met ingebouwd veiligheids-  en beschermingsmechanisme wordt ter  beschikking gesteld, indien  er gevaar is voor letsel of infectie door een scherp medisch hulpmiddel. Doppen mogen niet terug geplaatst worden op injectienaalden. Zie ook Europese richtlijn [4]. 

  • Arbobesluit artikel 8.1 t/m 8.3 Persoonlijke beschermingsmiddelen 

Een persoonlijk beschermingsmiddel moet beschermen tegen de risico’s waarvoor het ingezet wordt. Daarvoor moet het voldoen aan de warenwet en gebruikt worden volgens de bijbehorende gebruiksinstructies. Het moet zijn afgestemd op de gebruiker. Als meerdere persoonlijke beschermingsmiddelen gelijktijdig gebruikt worden, dan moeten deze middelen ook op elkaar afgestemd zijn. 

Beleidsvoering

In uw huisartsenpraktijk of huisartsenpost dient Arbobeleid ten aanzien van infectiepreventie gevoerd te worden. Elke werkgever is verplicht preventief beschermende maatregelen te treffen, een beleid op te stellen en medewerkers voor te lichten over de risico's van biologische agentia waaraan ze worden blootgesteld. Om hier invulling aan te geven is een Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) noodzakelijk.

In de risico-inventarisatie worden, naast alle andere arbeidsrisico's die voorkomen in de organisatie, ook alle thema’s geïnventariseerd en de mate van risico vastgesteld. Voor het uitvoeren van deze inventarisatie zijn verschillende methoden beschikbaar. De risico-inventarisatie kan onderdeel uitmaken van een algemene RI&E of periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek. Aan de hand van de resultaten kan besloten worden om een diepgaand onderzoek uit te voeren. Aan de hand van de geïnventariseerde risico’s worden oplossingen gekozen. Geschikte oplossingen zijn te vinden in deze Arbocatalogus.

In het plan van aanpak bij de RI&E wordt aangegeven welke oplossingen en wanneer de oplossingen ingevoerd worden. Gebruik de oplossingen vanuit deze website voor het opstellen van uw plan van aanpak.

Kijk onder het thema Branche RI&E voor meer informatie over de uitvoering van de RI&E in uw praktijk of op uw post.

Er zijn vier mogelijkheden om risico’s van biologische agentia te beheersen:

1. Preventie. 
Het voorkomen van blootstelling aan infectie. Daarbij kan gedacht worden aan bronmaatregelen, technische en organisatorische maatregelen, persoonlijke beschermingsmiddelen en (persoonlijke) hygiënemaatregelen.

2. Vaccinatie.
Het voorkomen van de nadelige gevolgen van besmetting.

3. Postexpositie-profylaxe.
Maatregelen die men treft nadat er blootstelling is geweest om de nadelige gevolgen te beperken.

4. Therapie bij ziekte.

Het beleid na prik-, bijt-, snij- en spataccidenten met bloed en andere lichaamsvloeistoffen moet zijn vastgelegd in een protocol . De Landelijke Richtlijn Prikaccidenten van de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektenbestrijding (LCI) is maatgevend. Deze richtlijn is in april 2007 gepubliceerd en wordt regelmatig geactualiseerd.

De richtlijn is gericht op mogelijke blootstelling aan HBV, HCV en HIV en is bedoeld voor alle artsen, verpleegkundigen, adviseurs infectiepreventie en overige hulpverleners die betrokken zijn bij de beoordeling van prikaccidenten. De richtlijn omvat onder meer een stappenplan op basis waarvan risico's kunnen worden ingeschat.

Door een van de oplossingen aan te klikken wordt een beschrijving van de oplossing getoond, in de volgorde van de arbeidshygiënische strategie zoals de Arbo-wet voorschrijft.
Dat wil zeggen dat bronaanpak (wegnemen van het risico) de voorkeur heeft, daarna collectieve bescherming, dan individuele bescherming en daarna eventueel het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm).
Het is eveneens mogelijk een selectie van Oplossingen te maken voor een printervriendelijke versie of om als PDF op te slaan.

RisicoOplossingArbeidshygiënische Strategie
Prik-, bijt-, snij- of spatincident
HygienemaatregelenBronaanpak vrijblijvend
 
ImmunisatieCollectieve bescherming vrijblijvend
 
NaaldcontainersCollectieve bescherming verplicht
 
Handelswijze na accidenteel prik-, bijt-, snij- of spatincidentIndividuele bescherming verplicht
 
Persoonlijke beschermingsmiddelenPersoonlijke beschermingsmiddel (pbm) verplicht
OplossingArbeidshygiënische Strategie
Risico Prik-, bijt-, snij- of spatincident
HygienemaatregelenBronaanpak vrijblijvend
ImmunisatieCollectieve bescherming vrijblijvend
NaaldcontainersCollectieve bescherming verplicht
Handelswijze na accidenteel prik-, bijt-, snij- of spatincidentIndividuele bescherming verplicht
Persoonlijke beschermingsmiddelenPersoonlijke beschermingsmiddel (pbm) verplicht